Ga naar de inhoud

Artikel: Aantal coffeeshops stabiliseert

Gepubliceerd: Nieuwsbrief CIROC 2020 (37) 20, nr. 1, pp 5.

Door: Ralph Mennes, Irene Schoonbeek en Bert Bieleman

Uit de veertiende meting van de ‘Monitor aantal coffeeshops en gemeentelijk beleid’ van Breuer&Intraval in opdracht van het WODC blijkt dat het aantal coffeeshops in Nederland zich lijkt te stabiliseren. Begin 2019 bedraagt het aantal coffeeshops 570. Eind 2018 telt Nederland 567 coffeeshops verspreid over 102 coffeeshopgemeenten. Vergeleken met 2016 – toen er nog 573 coffeeshops waren – zijn er 14 coffeeshops verdwenen en acht bijgekomen. De belangrijkste redenen voor het verdwijnen van coffeeshops zijn sluitingen als gevolg van een negatief BIBOB-advies (Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur) en overtreding van de van toepassing zijnde gedoogcriteria. De acht nieuwe coffeeshops zijn vooral geopend, omdat zij in de plaats kwamen van shops die zijn gesloten. Daarnaast willen enkele gemeenten het aantal coffeeshops nader overeenstemmen met het maximum aantal coffeeshops dat in de gemeente is toegestaan.

Gemeentelijk beleid

De afgelopen jaren is in het gemeentelijk beleid weinig veranderd. Eind 2018 hebben 266 (70%) van alle 380 gemeenten een nulbeleid (hier worden geen coffeeshops gedoogd), terwijl 12 (3,2%) gemeenten geen coffeeshopbeleid hebben. Er zijn 102 gemeenten (26,8%) met een gedoogbeleid voor coffeeshops.

Alle 102 coffeeshopgemeenten hebben een maximumbeleid waarbij het aantal coffeeshops het in het beleid vastgestelde maximum niet mag overschrijden. Hierbij geven 23 (22,5%) gemeenten aan dat er regionale afspraken zijn gemaakt, die voornamelijk betrekking hebben op het al dan niet (actief) handhaven van het Ingezetenencriterium (niet-ingezetenen hebben geen toegang tot coffeeshops). Verder voeren 12 (11,8%) gemeenten een uitsterfbeleid (aantal coffeeshops dient op termijn te worden teruggedrongen).

In 83 (81,4%) van de 102 coffeeshopgemeenten is het aantal coffeeshops gelijk aan het vastgestelde maximum, terwijl in 11 (10,8%) gemeenten het aantal coffeeshops lager is. Vijf van deze 11 gemeenten hebben maatregelen genomen om te zorgen dat er coffeeshops bijkomen, zodat in de lokale vraag naar cannabis kan worden voorzien. In acht (7,8%) gemeenten is het aantal coffeeshops hoger dan het maximum.

Handhavingsbeleid

De meeste coffeeshopgemeenten hebben de handhaving van de gedoogcriteria – geen Affichering, Harddrugs, Overlast, Jeugdigen, Grote hoeveelheden en Ingezetenen – en de Maximale handelshoeveelheid van 500 gram in het beleid opgenomen. Twee gemeenten hebben het A- criterium en de Maximale handelshoeveelheid niet in het beleid staan. Het I-criterium is door minder gemeenten – 86 (84,3%) – in een handhavingsarrangement vastgelegd. Dit aantal gemeenten is wel hoger dan bij de vorige meting in 2016 (78; 75,7%). 65 (63,7%) gemeenten handhaven niet actief op het I-criterium, terwijl 30 (29,4%) gemeenten het handhaven met ‘lage prioriteit’. Er zijn zeven (6,9%) gemeenten die het I-criterium met hoge prioriteit handhaven, zoals dat in het landelijk coffeeshopbeleid is beschreven.

Van de 102 coffeeshopgemeenten hebben 94 (92,2%) ten minste één vestigingscriterium in aanvulling op de AHOJGI-criteria in het coffeeshopbeleid opgenomen. Deze criteria hebben betrekking op diverse aspecten in en rond coffeeshops. Het afstandscriterium is door de meeste coffeeshopgemeenten vastgesteld, namelijk 86 (84,3%). De meeste gemeenten – 51 (59,3%) van de 86 – hanteren een afstand van 250 meter of minder van een coffeeshop tot een onderwijsinstelling. Er zijn 11 coffeeshops verdeeld over zeven gemeenten die niet aan het door de gemeente gestelde afstandscriterium voldoen. Bij de vorige meting ging het nog om 36 coffeeshops in negen gemeenten.

Gemeenten kunnen ook criteria hanteren die geen betrekking hebben op de vestiging van een coffeeshop, maar wel een voorwaarde zijn voor de gedoogstatus. Ten opzichte van twee jaar geleden is hierin weinig veranderd. Van de 102 gemeenten hebben 92 (90,2%) ten minste één overig criterium in hun beleid opgenomen. De meeste gemeenten – 66 (64,7%) van de 102 – richten zich daarbij op de beheerder van de shop en het personeel dat er werkzaam is.

Het praktische toezicht op coffeeshops is in het overgrote deel van de gemeenten – 65 (63,7%) – de gezamenlijke taak van politie en gemeente. Dat zijn er evenveel als bij de vorige meting. 52 (51%) coffeeshopgemeenten hebben niet specifiek in het beleid vastgesteld van wat voor soort controles er sprake moet zijn. Bij de meeste overige gemeenten – 49 (48%) – dienen onaangekondigde controles bij de coffeeshops plaats te vinden. Ook de controlefrequentie is door een groot aantal gemeenten – 61 (59,8%) niet in het beleid opgenomen. Als de frequentie wel is vastgelegd, dan ligt deze vaak tussen twee en vijf controles per coffeeshop per jaar.

Sanctiebeleid

Van de 102 coffeeshopgemeenten geven 96 (94,1%) aan dat de bestuursrechtelijke sancties voor het overtreden van de van toepassing zijnde gedoogcriteria formeel zijn vastgelegd in het handhavingsarrangement. Daarbij maken 93 van de 96 gemeenten gebruik van een zogenoemd sanctietraject of stappenplan. In het sanctietraject nemen gemeenten doorgaans alle criteria op met uitzondering van het I-criterium. In 2018 is het I-criterium door 55 gemeenten opgenomen in het sanctietraject, één meer dan de vorige meting in 2016.

Evenals bij de vorige meting wordt in 2018 overtreding van de landelijke gedoogcriteria, met uitzondering van het H- en het J-criterium, door gemeenten in de eerste stap van het sanctietraject opgevolgd met het geven van een formele waarschuwing. De meest gangbare sanctie in de tweede en derde stap is sluiting van de coffeeshop voor bepaalde tijd. In de vierde en vijfde stap wordt vrijwel altijd overgegaan tot sluiting voor onbepaalde tijd, het intrekken van de gedoogverklaring of het definitief sluiten van de shop. Het overtreden van het H- en J-criterium wordt coffeeshops zwaarder aangerekend dan overtreding van de andere landelijke gedoogcriteria. Bij overtreding van deze twee criteria gaan gemeenten vaker gelijk over tot het sluiten van de coffeeshop voor bepaalde tijd in plaats van een formele waarschuwing.

In 2018 zijn 26 overtredingen geconstateerd in 14 gemeenten. In 2016 ging het om 19 overtredingen in 17 gemeenten. Vijftien keer is in 2018 een overtreding van de Maximale handelshoeveelheid vastgesteld, 11 keer constateerde een gemeente een overtreding van een ander criterium. In tien van de 14 gemeenten zijn daadwerkelijk sancties opgelegd: 15 keer een formele waarschuwing na een overtreding; drie keer is een coffeeshop voor bepaalde tijd gesloten (drie tot twaalf maanden); en twee keer is een sluiting voor onbepaalde tijd opgelegd. Bij zes overtredingen is geen sanctie opgelegd.

Link naar het rapport

Impact door samenspel

Breuer&Intraval, RBO en Partoer. Drie bedrijven die allemaal al tientallen jaren op eigen wijze in de markt staan. Elk in een deel van de markt waar ze het verschil maken met hun kennis en expertise. Toch besloten we een paar jaar geleden samen verder te gaan en daar plukken onze klanten de vruchten van.